Wie door het Noorderplantsoen loopt zal het niet gauw in de gaten hebben. Maar paardenbloemen zitten vol met vlooiengif en andere insectenverdelgers. Een groot gevaar voor insecten en dus de biodiversiteit.
Dat constateren onderzoekers van Pesticide Action Network Nederland (PAN-NL) en Buijs Agro-Services. Zij onderzochten paardenbloemen in vijftien parken in Nederland, waaronder het Noorderplantsoen in Groningen en het Asserbos in Assen. In elk park werden bestrijdingsmiddelen gevonden. Gemiddeld ging het om bijna tien verschillende middelen per monster. Het gaat om vluchtige middelen die gemakkelijk verdampen en tot wel acht kilometer verderop kunnen belanden. Het aangetroffen gif is bedoeld om huisdieren van vlooien te ontdoen of gewassen te beschermen. De bestrijdingsmiddelen zijn zonder uitzondering zeer schadelijk voor insecten zoals bijen en vlinders: ze kunnen zich minder goed voortplanten en ontwikkelen een verslechterde weerstand.
Een van de aangetroffen stoffen is fipronil, een giftig middel dat verboden is in de landbouw vanwege de schadelijke effecten op het milieu. Als diergeneesmiddel wordt het nog wel gebruikt. Het werd in acht van de vijftien parken geconstateerd. Margriet Mantingh, voorzitter van PAN-NL, schetst hoe ernstig dat is. Als er meer dan tien microgram, een miljoenste van een gram, in een kilo mest gevonden wordt, moet de mest vernietigd worden. ,,Maar wij vinden gehaltes op paardenbloemen die nog veel hoger zijn dan tien microgram.’’ Mantingh noemt de resultaten van het onderzoek dan ook schokkend en zeer zorgwekkend. ,,Mensen staan er niet bij stil omdat de bestrijdingsmiddelen gewoon te koop zijn en omdat ze goed voor hun huisdier willen zorgen. Maar die middelen hebben zeer ernstige gevolgen voor de natuur.’’
Zij en collega-onderzoeker Jelmer Buijs werden twee jaar geleden getipt door fotograaf Marlonneke Willemsen, die rupsen kweekte voor een fotoproject. Ze voerde de diertjes paardenbloembladen uit een stadspark in de buurt, maar zag dat de vlinders ernstig misvormd uit de pop kwamen.
Volgens Mantingh ligt het probleem politiek gevoelig. ,,De overheid, boerenorganisaties en de chemische industrie willen die bestrijdingsmiddelen graag houden, ook al zijn ze slecht voor de biodiversiteit. De overheid wuift wetenschappelijk onderzoek vaak weg en vindt vervolgonderzoek niet nodig. Biodiversiteitsherstel is een stiefkindje waar nauwelijks aandacht voor is.’’ Ze heeft een paar oplossingen in gedachten. ,,Om te beginnen moet het beleid veranderen. De effecten van cocktails van landbouwgif op de biodiversiteit moeten volgens Mantingh onderzocht worden. Landbouwmiddelen worden wel op een paar kleine diertjes zoals watervlooien, wormen en bijen getest, maar middelen voor huisdieren niet.’’ ,,Ze kijken natuurlijk naar het effect op de hond en de vlooien, maar niet naar het effect op de natuur. Dat moet wel gaan gebeuren, zeker nu we weten dat de middelen zich zo gemakkelijk verspreiden. De overheid moet daar strenger op toezien’’, besluit Mantingh. Uit: DvhN d.d. 23-5-2023, tekst: Remco van Veluwen