zwerminktzwam
In 2010 stonden ze er nog: twee monumentale witte paardenkastanjes aan het pad langs de speelweide in het Noorderplantsoen. De teloorgang van de een heb ik gemist. Op die plek stond zomaar ineens een spichtig zomereikje, overeind gehouden door stutpalen. De ander werd geamputeerd, zodat alleen een stam met stompjes overbleef. Aanvankelijk probeerde de kastanje gewoon opnieuw uit te lopen. Hij kreeg bladeren en bloesemde wit alsof er niets aan de hand was, maar uiteindelijk werd het groen steeds roestiger en de kaarsjes doofden uit. Op een dag ontdekte ik honderden kleine gele bolletjes op de wortels en de stam, zich uitvouwend naar grijze gegroefde klokjes die ik als paddenstoelenliefhebber onmiddellijk als zwerminktzwammetjes herkende. Deze leven van de afbraak van dood hout, dus dat voorspelde niets goeds.
In de jaren die volgden toonde de kastanjestronk zich een waar mycologisch paradijs. Grijze gaatjeszwammen overwoekerden de schors in grillige patronen. In de winter kwamen de fluweelpootjes tevoorschijn, heerlijk voor een oosters soepje met verse gember, of rauw in salades. Aan de voet van de boom schoten glimmerinktzwammen en kale inktzwammen uit de grond. En iedere winter weer die geurige bundels fluweelpootjes met hun oranje hoedjes.
fluweelpoot
Maar deze winter verscheen er ook ineens een nieuwe culinaire soort: oesterzwammen met prachtige blauwpaarse hoeden. Ik hoopte dat niemand ze als zodanig zou herkennen, maar dit was ijdele hoop. Zodra ze een beetje formaat hadden vielen ze ten prooi aan het mes van de zwammengapper. Waarschijnlijk dezelfde onverlaat die dit voorjaar álle zwavelzwammen van de wilgen in het Noorderplantsoen weg gesnaaid heeft, treurige bleke snijwonden achterlatend. In augustus verschenen er dikrandtonderzwammen op de bast en houtknotszwammen op de wortels. Dan weet je wel hoe laat het is: zwammen die de rotte stronk langzaam maar zeker afbreken. De grijze gaatjeszwammen hadden hun beste tijd gehad en de schors begon van de stam af te brokkelen zodat de pissebedden een ander heenkomen moesten zoeken. Begin september trof ik een reuzenzwam aan in het gras aan de voet van de kastanje. Een laatste stuiptrekking, want deze veroorzaakt witrot, maar daar is hij niet eens meer aan toegekomen.
oesterzwam
houtknotszwam
Op 28 september verschenen er mannen met zware machines en die hebben de kastanjeboom omgezaagd, verhakseld en de stobbe zodanig weg gefreesd dat je er niets meer van ziet. Zand erover. De aardig stevig aangestampt en met graszaad ingezaaid. Nu komen dunne grassprietjes voorzichtig tevoorschijn en deponeren honden er hun ontlasting. Al wat rest is herinnering: Hier heeft ooit een monumentale witte paardenkastanje gestaan.
Tekst en foto’s: Ana Buren