Sinds een maand is het taboe: een drankje doen in het Noorderplantsoen. Tot nu toe ging geen enkele overtreder op de bon. Storm in een glas euh… bier?

Met z’n drieën zitten ze aan de rand van de vijver. Jordan met de voeten in het water, corona-biertje in de hand. ,,Chill, toch?’’ Tuurlijk, ze weten dat dat eigenlijk niet mag. ,,We zijn ook al eens weggestuurd’’, zegt Noa. Maar dat was een maand terug, toen dat alcoholverbod nog vers was. ,,Nu doen ze over één biertje niet meer zo moeilijk’’, weet Selwyn. ,,En terecht: wie heeft er zo nu last van ons?’’

Verontwaardiging
Groot was de verontwaardiging toen burgemeester Koen Schuiling aankondigde dat de gemeente na jaren van gedogen strak de hand ging houden aan het alcoholverbod in het Noorderplantsoen. Veel Stadjers voelden zich beroofd van een zomerse traditie. Als het thuis te warm wordt in je krappe flat of studentenkamer pak je de koeltas en ga je languit in het gras: dat hoort toch zeker bij de stad?

Drank en drugsverslaafde lastpakken
Dat dat verbod feitelijk al tientallen jaren geldt, zou je bijna vergeten. Het is ingesteld om drank- en drugsverslaafde lastpakken te kunnen weren op plekken waar ze overlast veroorzaken – ook in het stadcentrum en op het Guyotplein trouwens. Nooit een probleem. Maar nu het ineens ook ‘ons soort mensen’ dreigde te raken, was de stad te klein. Er kwam een spoeddebat in de gemeenteraad en Schuiling bond iets in. Het verbod wordt niet in het hele park gehandhaafd, maar alleen op de plekken met de meeste overlast: de speelweide en de plantsoenvijver. Dat zou je bestuurlijk zwabberbeleid noemen, maar in de buurten rond het Noorderplantsoen kijken ze daar toch iets anders tegenaan.

Overlast
Sterker: als je het aan omwonenden vraagt, had de gemeente al veel eerder op de rem moeten trappen. En dan niet alleen bij de drinkebroers die domicilie hebben gekozen op de bankjes aan de Plantsoenvijver. De overlast die omwonenden ervaren, komt allang niet meer alleen van die groep, maar juist van vrolijk recreërende stadsgenoten.,,Ik gun iedereen zijn plekje om plezier te maken in de stad, maar het is te veel uit de hand gelopen met de herrie en het gedoe’’ zegt Gerard van de Poll, buurtgenoot en voorzitter van het Bewonersoverleg Noorderplantsoenbuurt. Luide muziek, zwerfafval en dronken wangedrag van plantsoengangers bezorgen niet alleen omwonenden overlast, maar jagen ook andere bezoekers weg. Sinds het alcoholverbod wordt gehandhaafd, hebben toezichthouders volgens de gemeente negen overtreders gewaarschuwd. In alle gevallen vertrokken ze met hun drankje dus boetes zijn er nog niet uitgedeeld. ,,Wij zijn er blij mee’’, zegt Van de Poll. ,,Een biertje of wijntje wordt volgens mij inmiddels al wel weer door de vingers gezien, maar er wordt nu eindelijk wel opgetreden tegen de gasten die hier tot diep in de nacht komen doorhalen.’’

Gegil en geschreeuw
Van een succes durft hij nog niet te spreken. ,,Zeker in het begin heeft de politie stevig gecontroleerd, maar nu zie je alleen nog af en toe wat BOA’s van de gemeente. Dan wordt het toch een ander verhaal. Bovendien houdt het toezicht rond middernacht wel zo’n beetje op. Officieel moet het vanaf 23 uur stil zijn, maar dan gaat het vooral rond de muziekkoepel vrolijk door met het gegil en geschreeuw. Hoe meer alcohol hoe hoger het volume.’’ Toch heeft het toezicht een aantal zaken onmiskenbaar verbeterd, erkent Van de Poll volmondig. ,,Voorheen kwam de Bierkoerier de kratjes rechtstreeks op de speelweide afleveren. Dat lijkt nu wel afgelopen.’’ En ook de drinkebroers die hun basis hadden ingericht op de bankjes bij de vijver, worden nu regelmatig weggestuurd.

,,Dat is vooral in de Grote Appelstraat een hele verbetering want daar kwamen al die gasten plassen in de bosjes. Ik kan je verzekeren: daar heb je gauw genoeg van. Aan de andere kant: als ze dan worden weggestuurd, trekken ze nu naar het hoekje van de Kerklaan en Grote Kruisstraat. Net buiten het gebied waar het alcoholverbod wordt gehandhaafd.’’ Zo blijft er voor buurtbewoners nog wel wat te wensen over, zegt Van de Poll. Niet alleen meer en langer toezicht, maar ook meer actie tegen het massale barbecueën. ,,Dat mag het volgende punt zijn. Van de middag tot diep in de avond ziet het hier blauw van de rook. Als je zoals wij direct aan het plantsoen woont, ben je de klos. Je kunt geen slaapkamerraam open hebben.’’

Zwabberen? Van de buurtbewoners mag het, als het ondertussen ook maar schoonveegt.

Bron: Groninger gezinsbode