Doe mij maar het gras, het gras van het Noorderplantsoen. Maar dan moet er wel gras zijn om naar te verlangen. Wanneer je weg bent. Want de vorstperiode, bijbehorende sneeuw en het massale sleetje rijden hebben diepe sporen achtergelaten in het, de afgelopen week, zeer populaire Noorderplantsoen.

Wat hebben we genoten hè. En wat hadden we het nodig. En we waren corona gewoon even helemaal vergeten. Oh, wat was het mooi. Allemaal waar. Maar nu de sneeuw gesmolten is, is er weinig meer over van de mooie groenstroken in het plantsoen. Onze site maakte hier al eerder gewag van in het artikel ‘Sporen van plezier’. 

Volgens Peter Steinfort, woordvoerder van de gemeente en verantwoordelijk wethouder Glimina Chakor, lijkt het nu erger dan dat het is: “Op de plekken waar je nu geen gras meer ziet, zitten vaak nog wel worteltjes in de grond. Dus we laten de natuur nu even z’n gang gaan. Als de bodem straks weer een beetje opdroogt, en de temperaturen gaan weer omhoog, dan komt het gras waarschijnlijk wel weer omhoog. Dan heb je alweer een heel ander beeld. We houden het natuurlijk wel in de gaten. Is het nodig om extra te zaaien dan doen we dat. Dat zal dan ergens eind maart begin april zijn. En wat we standaard doen is bemesten, dus dat gebeurt sowieso.”

Stadsbeheer houdt dus een vinger aan de pols, want we willen natuurlijk dit voorjaar wel weer met elkaar massaal dik doun in de toene zeg maar. En het liedje moet natuurlijk kloppen. Anders wordt het ‘doe mij maar wat gras. Wat gras in het Noorderplantsoen.’

Bron: Sikkom, Klaas-Jan ter Veen 
Foto: Jorien Bakker